Woman on a mission


En toen beslootik modejournalist te worden. Omdat ik niet in eigen land durfde te beginnen(met de gedachte aan m’n broers die elke ochtend zeiden dat een papieren zak over m’n hoofd het enige was dat nog aan mijn outfit ontbrak) besloot ik eerst mijn geluk te beproeven in Groot-Brittannië, waar het dagelijkse modebeeld nog gedomineerd wordt door centimeters oranje make-up, nepwimpers en outfits die weliswaar ook in bepaalde delen van Amsterdam worden gedragen, maar dan door professionals. Ik ging in Londen bij een Bekend Tijdschrift langs, werd geïnterviewd door twee miniatuurvrouwtjes en kreeg de unieke kans om drie weken lang op de redactie door te brengen, waar ik zou bouwen aan een Nieuw Modetijdperk, onderbroken door power lunches bij Harvey Nichols en hippe feestjes in Soho.

Een dag voor vertrek wilde ik eigenlijk niet meer weg uit Amsterdam, waar het zelfs zonder Harvey Nichols ook fijn was, maar wat moest de Britse modewereld zonder mij? Dus pakte ik twee koffers vol met wollen truien, paraplu’s en mijn gebruikelijke etensvoorraad (knakworsten/pindakaas/stroopwafels) en werd door een triomfantelijke Bijna Bejaarde Vader naar Schiphol gereden. Hij had na weken van touwtrekken, waar beurtelings het echtscheidingsconvenant en het kerstdiner van ’93 bij werden aangehaald, de bittere strijd met mijn moeder over wie mij mocht wegbrengen gewonnen. Ik woon een half uur bij Schiphol vandaan, dichter dan bij mijn ouders dus, en bovendien is het mij een raadsel waarom ze er op staan iedere keer hun 25-jarige dochter uit tezwaaien, als die zich weer in een bij voorbaat mislukt avontuur stort in plaats van gewoon een baan met pensioenregeling te zoeken.'De moderne technologie staat toch voor niks hè’, mijmerde mijn Bijna Bejaarde Vader en keek verliefd naar de bagagerobot die mijn koffer opslokte, terwijl ik probeerde 3 kilo aan overgewicht in mijn handbagage te proppen. ‘Kijk, je kunt hier zelfs automatisch je paspoort laten lezen!’

Toen was ik in Londen. Snel toch, hoe je sommige dingen vergeet. De auto’s die van de verkeerde kant komen, de kinderen die zonder jas in de vrieskou rondlopen, maarook het vriendelijke ‘alright, love?’ van de mensen die me helpen met mijn tassen. Ik had een kamer gehuurd bij een particulier, die zich op de website Olivia noemde, maar in het echt Flo scheen te heten en die zich omschreef als iemand die in was voor zowel cocktailavondjes als gothic nachten.In de straat vol stralend witte herenhuizen en glanzende PC Hooft-trekkers belde ik aan bij het juiste adres. Niks. Ik belde Flo/Olivia. Niks.  Ik installeerde me op de stoep en wist een half uur lang met ijzeren logica een opkomende paniekaanval te onderdrukken: ‘Ik heb een creditcard, sigaretten en in het ergste geval…bel ik m’n moeder.’
Toen ik me net begon af te vragen of ik mijn noodvoorraad knakworsten aan zou breken, werd ik teruggebeld door Flolivia. ‘Sorry, I’ve been on a bender for two years man,alcohol must have affected my brain.’ Bij het penthouse werd de deur opengedaan door een Aziatische vrouw in een tijgerpak, die zich meteen weer met een blikje Coca-Cola Zero (samen met rode wijn de enige consumptie waar ik haar tot nu toeop heb kunnen betrappen) op de bank nestelde. 

Flolivia is een bijzondere vrouw.Ze woont in een van de duurste wijken in een van de duurste steden ter wereld, maar schijnt niet te hoeven werken (of te eten). Ze ziet er uit als eind 20,maar heeft twee zoons op kostschool en de universiteit. Ze weet overal over mee te praten, van de Franse revolutie tot de ontwikkeling van het oud-Fries. De woonkamer is gedecoreerd met harnassen, typemachines en middeleeuwse martelwerktuigen. ’s Avondskomt ze tot leven. De eerste avond kwam er een ‘vriend’ op bezoek, die iets te lang mijn hand vasthield, weinig van Flolivia wist te weten, maar die ik wel met haar hoorde stoeien in de gang. Het mysterie van de dure woning is misschien wel gedeeltelijk opgelost.Ik denk in ieder geval niet dat ik me hier zal hoeven vervelen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten